Veertien jaar is ze, dit meisje (EMB) wanneer ze met grote zorgen moet worden opgenomen in het ziekenhuis.

Een hersentumor wordt geconstateerd en een operatie volgt. Een intensieve periode voor haar en voor haar omgeving. Ongeveer anderhalf jaar later heb ik een gesprekje met haar over deze ziekenhuisperiode.

Ze vertelt haar verhaal m.b.v. concreet materiaal.

"Ik was in het ziekenhuis en mama ging ook bij mij slapen. Maar ze ging ook wel eens even naar huis, naar papa en dan was ik alleen, dat vond ik niet leuk!"

Al pratend zet dit meisje twee bedden neer waarin ze haarzelf en haar moeder legt. Ook het infuus wordt niet vergeten....

Voorzichtig pakt ze een nieuw, ander poppetje uit de bak. Ze laat deze wisselend van de ene hand in de ander glijden....dan zet ze deze neer..
Het is een mummie!!!

Ze pakt haar "eigen" (poppetje) van het bed af en even zet ze deze op de tafel naast de mummie neer en dan legt ze de mummie op het bed.
"Ik was héééel ziek (hersentumor) ", zegt ze: " En iedereen was verdrietig, papa, mama, broers en zus en..."
Ondertussen pakt ze papa, mama ect. één voor één erbij en zet de poppetjes rondom haar bed neer.
Dan is het stil. Ze kijkt naar hetgeen ze net heeft neergezet.
De emotie is van haar gezicht af te lezen.

Heel zachtjes zeg ik: "Je was ECHT heel ziek hé?" Met een klein knikje bevestigt zij mijn woorden.

Even is er een kleine glinstering in haar ogen, dan bijt ze op haar lip. Ze kijkt….
Maar dan …ze gaat ze rechtop haar stoel zitten. Ze pakt “de mummie” van het bed en zet deze naast haar “dit-ben-ik-poppetje” neer. Opnieuw kijkt ze aandachtig naar hetgeen ze net heeft neergezet en zucht een keer hoorbaar. Dan pakt ze resoluut “de mummie” en zet deze schuin achter het dit-ben-ik-poppetje neer.
"Zo!”, zegt ze: “Nu ben ik deze!', en ze wijst daarbij naar “het dit-ben-ik-poppetje.”